door: Petra van den Dolder
geen reacties
Ik had buikgriep. Ik had het aan moeten voelen komen, want ’s ochtends had ik geen zin in mijn yoghurt met fruit en granola. Ik at het wel, want je moet toch iets eten? Ik dacht dat ik wel heel erg gespannen was voor mijn Skype-afspraak dat aan het eind van de ochtend gepland stond, zo vaak moest ik naar de wc. Ik had halverwege de ochtend ook al geen zin in eten. Nog steeds ging er geen belletje rinkelen, terwijl zowel mijn vader als mijn moeder ziek waren geworden nadat wij een paar dagen eerder een paar uur met elkaar hadden doorgebracht bij de Drentse Koe.
Na de Skype-afspraak ging het wat beter en ging ik lunchen. Daar had ik ook al geen zin in, maar vol goede moed at ik mijn soep op. En bedacht me zelfs nog dat het er als kots op dezelfde manier weer uit zou komen. Jakkes. Na het eten ging ik weer aan het werk, maar kon de concentratie niet meer vinden en besloot even op bed te gaan liggen. Dat was fijn. Na een half uur ging ik weer aan het werk, maar mijn maag protesteerde. Ik besloot iets waar ik me zelden toe kan zetten: het werk laten voor wat het was, en beneden op de bank gaan liggen. De hele middag heb ik gehangen, gelegen, gezeten, met een emmer naast me, die bleek nodig. Ik kwam alleen van de bank af voor de wc en water. En volkoren Melbatoast. Waar we er altijd een voorraad van hebben, want dat blijkt het beste eten te zijn voor zeurende kinderen op de achterbank in de auto. Zonder Melbatoast gaan wij niet op weg. Ik heb tv gekeken, met een half oog, ‘k geloof dat het wel interessant was allemaal. Jinek, tv makelaar, Journaal, 1 vandaag, nog een keer het journaal (binnen twee uur is er weinig nieuws kwam ik achter).
Na een paar uur bedacht ik me dat ik de kinderen echt niet kon ophalen, laat staan voor ze kon koken (bij de gedachte alleen al had ik weer de emmer nodig) en ze naar bed kon brengen. Uitgerekend die avond zou Bernd pas laat thuis komen. Gelukkig waren mijn schoonouders bereid om de kinderen op te halen, ze eten te geven, ze zelfs in bad te stoppen, thuis te brengen en in bed te leggen. Waarna de waterlanders bij mij kwamen, want ik was behoorlijk gefrustreerd dat ik niets kon doen en ik vond het zo lief dat ze er voor de kinderen, en daarmee ook voor mij, wilden en konden zijn. ’s Avonds keek ik nog de stelling Van Foreest (docu over een schaakfamilie uit Groningen) terwijl Joris me kwam vergezellen; hij kon maar niet slapen. De bouillon en wat Melbatoastjes smaakten me best aardig. Ik ging op tijd naar bed, werd een paar keer wakker met een rammelende maag.
De volgende ochtend had ik weer trek en voelde me goed. Ik stond op de weegschaal. Een dagje ziek zijn, het leverde me twee kilo winst op. Mijn buik voelde hetzelfde als toen er een kind uit was gekomen. Plat en blubberig. Ik ging snel wat eten.