door: Petra van den Dolder
geen reacties
Vorige week stond bovenstaand artikel in de krant. Het sluit mooi aan op onderstaande blog die ik al in concept klaar had staan.
De blog ontstond dit keer tijdens een wandeling die ik ’s middags maakte nadat Karlijn die ochtend was gedoopt. Mijn vader vroeg tijdens de lunch die middag: ‘Er komt vanavond zeker wel weer een blog?’ En ik dacht: ‘Dat weet ik nog niet.’ Ik voel niet zozeer de behoefte om op mijn weblog verslag te doen van de doop van Karlijn. Wel dacht ik tijdens de wandeling na over de betekenis van de kinderdoop, onze betekenis van de kinderdoop en waarom ik eigenlijk de meeste zondagen naar de kerk ga. Steeds minder mensen gaan naar de (PKN)kerk, en vooral steeds minder jonge mensen (ik beschouw mezelf maar even als jong) en toch blijf ik gaan. Waarom?
Laat ik beginnen bij de doop. Toen ik een baby was, ben ik opgedragen, zoals dat gaat in de evangelische kerken en eenmaal volwassen koos ik voor de volwassen doop door onderdompeling, ook zoals dat gaat in deze kerken. Toen Joris werd geboren, was ik inmiddels lid van de PKN (protestantse kerk Nederland) waar men aan kinderdoop en volwassen-belijdenis doet. Bij de geboorte van Joris hebben we het erover gehad: laten we hem opdragen of dopen? Omdat we nu lid zijn van een kerk waar kinderdoop ‘normaal’ is, hebben we gekozen voor de kinderdoop. En zo ook bij Karlijn. Ik ga er geen theologische verhandeling over houden, want ik ben geen theoloog en heb die ambitie ook totaal niet, maar houd hier simpel: door de doop vragen wij aan God of Hij bij onze kinderen wil zijn. Hoe ik tegen de doop aan kijk, wordt goed verwoord in het volgende lied (Liedboek nr 354):
Jouw leven staat aan het begin,
het heeft nog geen herinnering,
het is zo weerloos en zo klein,
je weet nog niet hoe het zal zijn.
Jij weet nog niet wat leven is,
wat liefde is en wat gemis.
Jij weet nog niet van nee en ja,
van ondergang en gloria.
Je huilt nog van verwondering,
maar jij hoort hier, in onze kring.
Het water wacht, de diepe zee
geeft jou een taal, een teken mee.
Dat teken is een heilgeheim:
God wil met jou verbonden zijn.
Hij is nabij waar jij ook bent,
omdat Hij je bij name kent.
Zo komt jouw leven aan het licht,
zo krijgt het zin, zo krijgt het zicht.
Gods adem heeft je aangeraakt
en jou tot bondgenoot gemaakt.
O Heer, bevestig ons bestaan,
noem ons bij onze naam.
En waarom ga ik in principe elke zondag naar de kerk? De kerken lopen toch leeg, er zijn weinig jonge mensen, en toch blijf ik gaan. Ik ervaar met name rust als ik ga. Een uurtje even niets doen, maar in de kerkbank of op de kerkstoel zitten, luisteren, zingen, over de preek nadenken, even tot bezinning komen. Als ik langere tijd niet naar de kerk ben geweest (het komt soms voor dat ik in een korte periode veel concerten heb op de zondagmiddag en wat ik niet wil, is haasten, dus skip ik soms de kerkdienst), voel ik me onrustig worden. Net als wanneer ik een te lange tijd niet heb gesport. Ik moet nu meteen denken aan de preek die werd gehouden tijdens de doopdienst van Karlijn door ds. Cees Huisman. Door te sporten train ik mijn lichaam. De kerkdienst is een soort mentale of spirituele training. Lichaam en geest moeten bij mij in evenwicht zijn. Geef ik één van beide meer aandacht, dan ben ik uit balans. Zo ervaar ik dat. Ook kan ik een vergelijking maken met muziekles: ik studeer thuis fluit, maar door af en toe les te nemen, krijg ik nieuwe inzichten, nieuwe denkrichtingen: ik word weer even op scherp gezet. Zo zie ik het naar de kerk gaan ook. Ik kan prima thuis geloven, zonder naar de kerk te gaan. Maar een kerkdienst zet me weer even op scherp en geeft me soms nieuwe inzichten waar ik dan thuis weer mee aan de slag kan.
Daarnaast is een reden van mij om naar de kerk te gaan: de kinderen. Ik heb ze laten dopen en daarmee beloofd dat ik ‘het evangelie van Jezus Christus aan mijn kind door zal geven en het te laten opgroeien in zin gemeenschap van Schrift en Tafel, opdat het eenmaal zal kunnen beamen wat met de doop gegeven is’. Als ik besluit niet naar de kerk te gaan, kan ik deze belofte mijns inziens niet nakomen.
En dus ga ik naar de kerk, en ook nog eens met plezier (we hebben dan ook een steengoede organist, dus een extra reden om te gaan 🙂 ). En hoop dat er steeds meer ‘jonge’ mensen naar de kerk gaan. Zin om eens met me mee te gaan?